Vandaag in de krant: 130 Vlamingen op de vlucht naar Portugal. Het zou zomaar eens kunnen, maar dan wel letterlijk. Heren, we zijn vertrokken!
The flags go up: de eerste regelmatigheidsproef voert ons van de hoofdstad van de fado langs de Atlántico naar de zuidelijkste punt van Portugal. Proef van de Algarve en je wéét dat je hier moest zijn...
Sevilla, de koningin van Andalucía, wacht ons aan haar kant van de grens met open armen op. De rit erheen is goddelijk. Het begint stilaan te dagen: God is een Spanjaard. Diós cervezas, por favor.
Vanaf hier gaat het bergop, door het land waar Moren schoonheid brachten. Bestemming: de stad die duizend jaar geleden de grootste ter wereld was... Córdoba. UNESCO werelderfgoed, met de Mezquita als absolute uitblinker. Maar Diós of Allah, de wegen blijven ronduit hemels...
De karavaan trekt dieper de bergen in naar Granada: de voet van de Sierra Nevada. Hier scheert het magistrale Alhambra hoge toppen: het versterkte fort der Moren dat in 1492 door los reyes católicos werd veroverd. Nu kon Spanje z’n blik op de Nieuwe Wereld richten, en veroverde prompt het land waar de Ford Granada is geboren... Cirkels blijken altijd rond.
Onze start was Atlantisch, de landing wordt Mediterraans... We cruisen richting zeeniveau, waar Almería de Costa del Sol kust. Ook hier een kathedraal – Diós is écht een Spanjaard – maar net zo goed een heerlijk haventje, én een heus racecircuit. Noblesse oblige...
Hier stopt de derde manche van je Grand Tour. De Spaanse kranten koppen: 130 Vlamingen op de vlucht. Wevelgem wacht, de toekomst lacht. We noteren: Almería 2020...